Projectonderwijs

Definitie projectonderwijs
Projectgestuurd onderwijs of Projectonderwijs is een werkvorm die de lerenden een inzicht geeft in de praktijk van een thema en zo theoretische concepten en beginselen leert.
Deze methode stelt de student en niet de docent centraal, deze methode stelt het proces en niet het product centraal.
(Dekeyser, 1999)

Deze definitie geeft veel ruimte tot invulling van de scholen zelf en dat is ook wat er gebeurt. Op elke school zul je dus een variatie vinden op het projectonderwijs zoals het bij die specifieke school past. Maar er zijn een aantal kenmerken die bij elke school met projectonderwijs terug zullen komen. Dit zijn:

  • Vakoverstijgend onderwijs
  • Ruime aandacht voor vaardigheden
  • Ruimte voor eigen inbreng van de leerlingen
  • Probleem gestuurde opdrachten met ruimte voor onderzoek
  • Binnen en buitenschools leren

Waarom kiezen voor projectonderwijs
Goed opgezet en gegeven projectonderwijs biedt scholen de mogelijkheid om makkelijker gedifferentieerd les te geven, vakoverstijgend onderwijs te geven (leerlingen kunnen ervaren en leren hoe de vakken op elkaar aansluiten.) en je brengt de beroepspraktijk binnen in de school. Daarnaast leer je de leerlingen vaardigheden aan die belangrijk zijn voor hun functioneren. Vaardigheden zoals: samenwerken, informatie verzamelen, plannen en organiseren.

Ebbens (2009) noemt in zijn boek ‘Samenwerkend leren’ ook een aantal punten waarom het belangrijk is om leerlingen niet passief te laten zitten luisteren naar de docent. Je moet leerlingen zelf aan de slag laten gaan met de stof. Ze moeten ermee oefenen, toepassen, herformuleren, bewerken en dan pas wordt de stof hun eigen. Projectonderwijs kan uitermate geschikt zijn om dat doel te bereiken. Let wel, kan geschikt zijn.

Consequenties projectmatig werken
Projectmatig werken kan niet zomaar. Allereerst vraagt het om een aantal ingrepen in de onderwijsleersituatie. Zonder die ingrepen kan het al snel een, wat Ebbens noemt, ‘bij elkaar zitten’ worden. Daarmee wordt bedoeld dat er allerlei effecten kunnen optreden die niet gewenst zijn, simpelweg omdat er bij de bedenken van de opdracht geen rekening is gehouden met vijf sleutelbegrippen. Met deze begrippen zijn deze negatieve effecten ook vrij gemakkelijk te vermijden. In figuur 1 zie je de verschillen tussen ‘bij elkaar zitten’ en ‘samenwerken leren’. De vijf sleutelbegrippen tot goed samenwerkend leren zijn:

  1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid
  2. Individuele aanspreekbaarheid
  3. Directe interactie
  4. Aandacht voor ontwikkeling van sociale vaardigheden
  5. Aandacht voor het groepsproces

(Op de pagina Samenwerkend leren kun je hier mee over lezen.)

Figuur 1: Verschillen tussen ‘bij elkaar zitten’ en samenwerkend leren (Ebbens, 2009)
Bij elkaar zitten Samenwerken leren
Leerlingen gewoon bij elkaar zitten. Zorgen dat de leerlingen elkaar nodig hebben.
Een leerling die de leiding neemt. Iedereen is medeverantwoordelijk en levert een bijdrage.
Groepjes doorgaans naar eigen keuze samengesteld. Groepjes heterogeen samengesteld, vaak door de docent.
Grote kans dat leerlingen meeliften. Vaak taken en rollen voor de leerlingen.
Leerling alleen verantwoordelijk voor zichzelf. Gedeeld leiderschap.
Docent wacht op vragen. Docent neem initiatief.
Groepstaak. Krijgen instructie op taak, werkwijze, samenwerking en individuele bijdrage.
Sociale vaardigheden verondersteld. Sociale vaardigheden onderwezen.
Er is weinig aandacht voor groepsprocessen. De docent observeert, begeleid en intervenieert. Groepsprocessen krijgen regelmatig aandacht.

Hieronder heb ik kort een aantal consequenties beschreven die projectonderwijs kan hebben.

 Voor de Leerling

  • De opdracht stuurt en niet de docent. Ze zullen dus minder afhankelijk (moeten) zijn van de docent.
  • Projectmatig werken is in een groep werken. Dit betekent dat er een beroep wordt gedaan op sociale vaardigheden.
  • Om projectmatig werken effectief te laten zijn moet de leerling reflecteren op het proces.

Dit zijn pittige consequenties voor een leerling. Het is natuurlijk veel makkelijker om op je stoel te zitten en te consumeren wat de docent aan je verteld. Met projectonderwijs moeten ze zelf hard aan de slag. Kan je dat van de leerling verwachten?

Voor de Docent

  • Projectmatig werken is vaak vakoverstijgend, dit betekent dat je veel moet samenwerken met andere collega’s. Een project vraagt een intensieve voorbereiding, want het moet voldoen aan de vijfsleutelbegrippen om een succes te worden.
  • De leerlingen werken in groepjes en daar is ben jij, als docent, de begeleider van. Je bent dus meer begeleider en coach dan kennisoverdrager.
  • De leerlingen moeten sociale vaardigheden laten zien die ze (misschien) eerder nog niet of weinig hebben geoefend. Dat betekent dat jij ze hierin moet onderwijzen en duidelijke verwachtingen moet uitspreken.
  • Je moet de leerlingen leren om te reflecteren.

Al met al is het nogal een complexe bezigheid, maar goed uitgevoerd levert het veel op.

Voor het Rooster

  • De docenten hebben veel contacturen nodig voor vergaderingen en vakkennis overdracht (bij projecten die vakoverstijgend zijn.).
  • De projecten vereisen langere lesuren, bijvoorbeeld een blokuur in de week.

Voor de Leeromgeving

  • Er moet toegang zijn tot ICT en mediatheek
  • Voldoende ruimtes waarin workshops, instructies, practica en dergelijke gegeven kan worden.

Is de school hierop ingericht?

Voor de Schoolorganisatie

Om projectonderwijs te laten slagen moet er, onder meer, nagedacht worden over de onderstaande punten:

  • Is er voldoende budget?
  • Zijn er voldoende docenten?
  • coördinatie (Wie coördineert de projecten?)
  • Hoe zit het met de bewaking van de inhoudelijke en onderwijskundige kwaliteit?
  • Welke rol krijgt de beoordeling van de projecten in het rapport/ de overgang?

Bronnen:
Dekeyser, L., Baert, H. (1999). Projectonderwijs. Projectonderwijs: Leren en werken in een groep (pp 25-44) Leuven: Uitgeverij Acco

Ebbens, E., Ettekoven, S. (2009). Sleutelbegrippen bij samenwerken leren. Samenwerkend leren (pp. 25-35) Groningen: Noordhoff Uitgevers

Meijs, L., Spek, W., Voorde ten, M. (2010). Inhoud. Handboek projectonderwijs in de onderbouw (pp 1/7- 8/7) Enschede: Stichting leerplanontwikkeling

Leave a comment